Homeless
by J Slauerhoff. Translated from Dutch by Paul Vincent.
My poems are my only habitation,
No other shelter could I ever find;
Homesick yearnings never fill my mind,
Tents cannot withstand the tempest’s devastation.
My poems are my only habitation.
While I still know that in the wilderness,
In steppes, towns, woods or somewhere in creation
A roof is to be found, there’s no distress.
Some distant day will bring the consummation:
Before night comes my former strength will fade,
Vainly I’ll summon soft words to my aid,
Once my building blocks; my accommodation
Will be in the earth, and in deep prostration
I’ll bow to where my grave gapes in the shade.
Woningloze
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door de stormwind meegenomen.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat vóór de nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ’k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt.
Translation excerpted from 100 Dutch-Language Poems – From the Medieval Period to the Present Day published by Holland Park Press in September 2015.
About the Author:
J Slauerhoff (1898-1936) was a Dutch poet.